Hand in hand, jij en ik ...
In gedachten staan wij hand in hand, jij en ik. Raar genoeg zit je niet in een rolstoel, maar sta je als jong mannetje naast mij, stevig en wijs op je benen. Je kijkt me met je grote blauwe ogen aan en knikt bemoedigend, alsof het zo klaar als een klontje is voor jou. Zelf sta ik met knikkende knieën, niet meer wetende of we vooruit of achteruit moeten. We staan dan ook op een springplank, aan een gapende afgrond. Voor ons: een prachtige blauwgroene zee, wit schuimende golven en een oceaan van vrijheid en avontuur. Alleen zo diep, zo hoog en zo onbekend… Achter ons, ver voorbij de duinen: een groene oase, prachtige bomen en een weelderig paradijs, een veilige haven. Zo mooi en rustig, maar o zo ver en onbestemd. Welke kant moeten we nog uit, jij en ik? Ik voel me verloren. Jij niet. Gaan we de sprong wagen? Naar een school helemaal binnen je interesse maar dat je eigenlijk absoluut niet wilt zien komen? Naar een directeur en een team die op voorhand hebben uitgemaakt dat jij dit no